Menu Zoeken

Personen zonder verzilverbare populariteit

Ook personen zonder verzilverbare populariteit kunnen zich verzetten tegen gebruik van hun portret in een commerciële context. Weliswaar is daarbij geen sprake van geschonden commerciële belangen, maar de geportretteerde kan zich wel beroepen op de bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer. Dit blijkt uit een rechterlijke uitspraak uit 1997 over een professionele discodanser in een Amsterdamse discotheek. In een advertentie op de achterkant van de Gay Krant stond de danser zonder zijn toestemming afgebeeld. Hij wenste om persoonlijke redenen niet als boegbeeld van de Amsterdamse gay scene te fungeren. De rechter stelde de danser in het gelijk. Het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer betekent dat iedere persoon – bekend of onbekend – een redelijk belang heeft om zich te verzetten tegen gebruik van zijn portret in een reclame-uiting. Opname van een portret in een reclame heeft tot gevolg dat de geportretteerde door het publiek geassocieerd zal worden met dat product of die dienst. Het publiek zal er namelijk veelal vanuit gaan dat het gebruik van het portret niet zonder toestemming van de geportretteerde heeft plaatsgevonden. Men zal het portret dan ook beschouwen als een blijk van publieke ondersteuning van het product of de dienst door de geportretteerde.

Politici en andere openbare gezagsdragers worden eveneens gerekend tot de groep personen zonder verzilverbare populariteit. De leden van het Koninklijk Huis, voor wie hetzelfde geldt, komen in paragraaf 7.12 afzonderlijk aan bod. Deze groep publieke figuren wordt op grond van de aard der functies niet geacht medewerking te kunnen verlenen aan commerciële reclame-uitingen. Ongeautoriseerd gebruik van het portret zal in veel gevallen wel een inbreuk op hun privacy tot gevolg hebben. Zo spande premier Balkenende in 2004 met succes een rechtszaak aan tegen de feestorganisatie Ex Porn Star. Die had in Amsterdam posters met zijn portret verspreid; in een gemanipuleerde afbeelding had hij zijn handen om de billen van een naakte vrouw die bovenop hem zat. De geslachtsdelen waren afgeschermd met de woorden 'Normen & Waarden Censuur'. Zijn ogen waren afgedekt met een balkje en het woord 'Balkie'. Balkenende eiste met een beroep op zijn privacy een verbod op de posters en een schadevergoeding. De rechter beval de organisatie de reeds verspreide posters zodanig af te plakken dat het gelaat van de premier niet langer herkenbaar zou zijn. Daarnaast moest zij alle niet verspreide affiches vernietigen. De rechter wees de schadeclaim echter af omdat de premier geen verzilverbare populariteit toekwam.

In een andere procedure uit 2005 had winkelketen Kijkshop een gepersifleerd portret van Balkenende afgedrukt met de slagzin 'Zonder verkoper shopt J-Peetje goedkoper'. De rechter oordeelde dat de tekening een portret opleverde. De afbeelding vertoonde namelijk voldoende karakteristieke kenmerken van de minister-president, zoals haardracht, bril en gelaatsuitdrukking. Vervolgens overwoog de rechter dat Balkenende een redelijk belang had om zich te verzetten tegen deze als denigrerend te beschouwen publicatie. Wegens de afwezigheid van een verzilverbare populariteit werd de eis tot schadevergoeding van Balkenende ook nu afgewezen.