Menu Zoeken

Compromitterende portretten

Publicaties van portretten in een sfeer van naakt, erotiek of een anderszins compromitterende of aanstootgevende context waarvoor de geportretteerde geen toestemming heeft gegeven, leveren vrijwel altijd een redelijk belang op. Dat geldt uiteraard zowel voor personen met en zonder verzilverbare populariteit. De media kunnen in dit verband zelden met succes een beroep doen op de persvrijheid. In 1988 deed de rechter een belangrijke uitspraak over het redelijk belang van geportretteerden zich te verzetten tegen een onzedelijke publicatie [noot 71]. Nieuwe Revu had in een artikel over het Amsterdamse Vondelpark een serie foto's van bezoekers geplaatst. Op een van die foto's was een innig omarmd paartje zichtbaar, onwetend van de fotograaf. De foto was op zichzelf onschuldig, maar de teneur van het bijbehorende artikel achtte de rechter minder onschuldig. Onder de kop 'Vondelpark vrijplaats van geluk' beschreef Nieuwe Revu de sfeer van het park als seksueel losbandig. De rechter beoordeelde de eventuele schending van privacy aan de hand van de aard en de mate van intimiteit, het karakter van de foto en de context waarin die geplaatst werd. Juist omdat Nieuwe Revu het stel had afgebeeld in voornoemde context van losbandigheid en erotiek veroordeelde de rechter het blad tot het betalen van een schadevergoeding.

In een rechterlijke uitspraak uit 1996 ging Nieuwe Revu weer onderuit [noot 72]. Een fotograaf van het blad had tijdens een Wastelandparty een reportage gemaakt. Deze feesten waren met name in de jaren negentig berucht vanwege seksuele uitspattingen. Een van de foto's toonde een bezoekster met haar been over de reling van een speciaal gemaakte loopbrug over de Reguliersdwarsstraat, waarbij haar jurk openviel. Voor haar knielde een man met zijn gezicht in haar schaamstreek; voor de lezer bleef weinig te raden over. De vrouw voelde zich door de publicatie van deze foto aangetast in haar privacy. Nieuwe Revu claimde dat er geen sprake was van schending van privacy nu de vrouw in de openbaarheid was gefotografeerd. De rechter oordeelde echter dat de persoonlijke levenssfeer zich ook kan uitstrekken tot gebeurtenissen die zich (gedeeltelijk) op de openbare weg afspelen. Daarnaast deed Nieuwe Revu een beroep op de persvrijheid. Het blad had 'normveranderingen' in de samenleving − krachtig uitgebeeld door de vrouw en man in kwestie − willen signaleren. De rechter oordeelde echter dat dit doel ook bereikt had kunnen worden zonder het gezicht van de vrouw af te beelden.

In 1993 bepaalde de rechter dat ook het weekblad Privé het portretrecht had geschonden met het plaatsen van een foto van een bezoekster van een mode-evenement in Breda [noot 73]. Op deze foto was te zien dat het haakje van haar jasje was losgesprongen waardoor haar linkerborst zichtbaar werd. Het bijschrift luidde: 'Een en al aandacht had deze fraaie (taboe-doorbrekende?) dame voor de modeshow van Frank Govers, maar ook zelf trok zij de nodige blikken.' Privé meende dat het op grond van de persvrijheid was toegestaan om het publiek te informeren over de kleding die men draagt bij dit soort evenementen. De rechter beschouwde de nieuwswaarde van de foto echter als nihil en veroordeelde het blad tot betaling van een schadevergoeding.

Aanstootgevende publicaties hoeven niet altijd betrekking te hebben op naakt of erotiek. De persoonlijke levenssfeer van personen kan ook op andere wijze aangetast worden. Zo boog de rechter zich in 1999 over een reportage op de Amsterdamse kabeltelevisie over schijnhuwelijken [noot 74]. De programmamaker had zijn echtgenote − met wie hij op dat moment in een echtscheidingsprocedure verwikkeld was − op schadelijke wijze met deze praktijken in verband gebracht. Hij had daarbij haar gezicht en naam duidelijk herkenbaar en leesbaar in beeld gebracht. Daartoe had hij homevideo-opnames van hun eigen huwelijksinzegening en bruiloft gebruikt. De rechter oordeelde dat de man het portretrecht van de vrouw had geschonden. Dergelijke privé-opnamen zijn slechts bedoeld voor vertoning in de huiselijke kring en niet voor openbaar gebruik, laat staan voor gebruik in een context over schijnhuwelijken. Hiermee maakte de uitzending inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer. Het beroep op de vrijheid van meningsuiting werd afgewezen aangezien het beweerde doel van de reportage − het signaleren van schijnhuwelijken als misstand in de samenleving − ook had kunnen worden bereikt zonder de vrouw herkenbaar in beeld te brengen.

In 2002 had de Gay Krant op de omslag een foto afgebeeld van een groep feestende personen die elkaar met ontbloot bovenlijf omarmen op een boot tijdens de Canal Parade, onderdeel van de zogenaamde Amsterdam Pride. De afgebeelde personen meenden dat de publicatie inbreuk maakte op hun persoonlijke levenssfeer. Niet alleen zou hun portret als ondersteuning van een reclame-uiting dienen, ook waren aanvankelijk alleen directe vrienden en familieleden op de hoogte van hun seksuele geaardheid. De rechter oordeelde echter dat de fotograaf van de Gay Krant voldoende duidelijk had gemaakt voor welk blad hij de foto's maakte [noot 75]. Uit de poses zou ook voldoende blijken dat zij zich bewust hadden laten fotograferen. Zij maakten daarmee op dat moment dus geen geheim van hun seksuele geaardheid. De rechter besliste verder dat de foto ter illustratie van een actuele verslaglegging over de Canal Parade en het enthousiasme van het daar aanwezige publiek kort daarna gepubliceerd mochten worden. De foto was immers op geen enkele wijze erotisch getint en ook niet anderszins compromitterend, infamerend of aanstootgevend. Hij was gemaakt in de volle openbaarheid, van dichtbij, in een omgeving waarvan geen enkele intimiteit uitging. De publicatie betrof dus een nieuwsfeit, en geen reclame-uiting. In dit geval won de persvrijheid het dus van het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De rechter tekende wel aan dat publicatie van deze foto na een jaar wel een portretrechtelijke schending zou kunnen opleveren. Er is dan geen sprake meer van een nieuwsbelang zodat het recht op privacy weer prevaleert.