Menu Zoeken

Bescherming belemmert

Soms is de bescherming die de Auteurswet biedt beperkt; er zijn zogenaamde 'excepties' op het auteursrecht. Als een foto bijvoorbeeld in een reader van een universiteit wordt opgenomen, kan de fotograaf dit gebruik niet verbieden, maar wel een vergoeding bedingen. Als een foto als een citaat kan worden opgevat of bij een opsporingsbericht wordt getoond, kan hij dat niet. De medaille heeft voor de fotograaf twee kanten, want diezelfde beperkingen stellen hem ook in staat om in bepaalde gevallen zonder toestemming en vergoedingsvrij werk van anderen te gebruiken. In dit hoofdstuk enkele wettelijke beperkingen die vooral in het teken staan van de informatievrijheid.

WAAROM ER UITZONDERINGEN ZIJN

6.1 Bescherming belemmert

Het auteursrecht is in eerste instantie gericht op de economische bescherming van de belangen van de individuele auteur. Die heeft het exclusieve recht op het gebruik van zijn werk, in dit geval de foto. Daarnaast dient het auteursrecht ook een collectief belang. Samenlevingen kunnen zich niet ontwikkelen als mensen niet voortdurend nieuwe dingen schrijven, schilderen, fotograferen, ontwerpen en dergelijke. Het auteursrecht moedigt het verrichten van nieuwe intellectuele prestaties aan. Wie zijn creatieve prestaties met de samenleving deelt, krijgt in ruil daarvoor een tijdelijke bescherming (zie ook paragraaf 1.3). 'Tijdelijk', want een eeuwigdurend en onbegrensd auteursrecht zou nieuwe creatieve scheppingen te veel afremmen en daarmee de voortgang van (toegepaste) kunsten en wetenschappen belemmeren. Ook fotografen zouden nauwelijks nog hun werk kunnen doen wanneer zij rekening moeten houden met de vele rechten op auteursrechtelijke werken die zij in beeld brengen. Zo zou het fotograferen van een geïnterviewde persoon in diens eigen woning in zijn kostuum, naast een moderne designtafel en met een zeefdruk op de achtergrond alleen al onmogelijk zijn. Hetzelfde geldt voor een foto van het Amsterdamse Leidseplein met alle winkelgevels, reclame-uitingen, auto's en muurschilderingen. Daarnaast zou een onbeperkte toepassing van het auteursrecht ten koste gaan van de informatievrijheid. Met name de nieuwsmedia en onderwijsinstellingen zouden zonder het bestaan van de wettelijke beperkingen voortdurend worden belemmerd in het uitwisselen van informatie in woord en beeld. Het is in het algemeen belang dat zij van bepaalde informatie gebruik kunnen maken zonder afhankelijk te zijn van de toestemming van de rechthebbende.

Om die reden heeft de wetgever niet alleen de algehele duur van het auteursrecht beperkt, maar ook enkele specifieke wettelijke beperkingen in het leven geroepen. Deze beperkingen of excepties op het auteursrecht zijn te vergelijken met een soort dwanglicenties: de rechthebbende moet toestaan dat anderen – al dan niet tegen betaling van een 'billijke' vergoeding – gebruik maken van zijn werk. Met uitzondering van bepaalde onderwijspublicaties (zie paragraaf 5.5) hoeft voor de in dit hoofdstuk besproken gebruiksvormen geen vergoeding betaald te worden.