Menu Zoeken

Recht op publicatie

Voor fotografen geldt soms dat publicatie van hun werk en de daaruit voortvloeiende naamsbekendheid minstens zo belangrijk is als betaling voor de opdracht. In dat geval zijn zij soms bereid om opdrachten onder het gebruikelijke tarief aan te nemen. De Nederlandse jurist D.W.F. Verkade heeft hierover ooit op treffende wijze opgemerkt:

"Men laat graag een financiële veer voor "le plaisir de se voir imprimé, resp. communiqué au public", al was het maar omdat men beter patates frites kan gaan bakken als men "vlug rijk" wil worden. Daar komt bij dat film- en andere auteurs, en vooral de jongeren onder hen, juist dóór uitzending of uitgave naam moeten maken, om daarmee in het leven verder en hogerop te komen."

Maar stel nu dat een opdrachtgever na levering van de foto weliswaar het afgesproken tarief betaalt, maar alsnog afziet van publicatie. Valt hiertegen als fotograaf iets te doen? Impliceert een opdracht tot het maken van een foto ook een verplichting tot gebruik en publicatie ervan? De rechter heeft uitgemaakt dat de aard van de overeenkomst mede zal bepalen of het werk zal moeten worden gepubliceerd. Daarbij zal telkens een belangenafweging moeten worden gemaakt. De opdrachtgever zal moeten aanvoeren dat hij zwaarwegende belangen heeft om van publicatie af te zien; belangen die het belang van de fotograaf overtreffen. Opdrachtgevers moeten dus beseffen dat het verstrekken van een opdracht voor het maken van een foto bepaald niet vrijblijvend is. Als er geen sprake is van overmacht of een overduidelijk mislukte foto, loopt de opdrachtgever kans om tot publicatie te moeten overgaan. Als de fotograaf het niet wil laten aankomen op een dergelijke belangenafweging en meer zekerheid wenst, kan hij overwegen om een specifieke bepaling in de licentie op te nemen. Tegelijkertijd kan een dergelijke aanpak potentiële opdrachtgevers juist afschrikken.