Juridische maatregelen

Vorderingen

Wie een inbreuk op zijn auteursrechten heeft geconstateerd, kan juridische maatregelen nemen. Wanneer de fotograaf er zelf niet uitkomt met…

Wie een inbreuk op zijn auteursrechten heeft geconstateerd, kan juridische maatregelen nemen. Wanneer de fotograaf er zelf niet uitkomt met de inbreukmaker kan hij bij de rechter een vordering instellen. De meest voorkomende vorderingen zijn een verbod van verder gebruik van de foto (oftewel een staking van de inbreuk), schadevergoeding, vergoeding van immateriële schade, eventuele winstafdracht, rectificatie of een publicatie van het vonnis of een mededeling, en opeising of vernietiging van inbreukmakende producten en daarmee verkregen gelden. Deze vorderingen worden in de praktijk vaak in verschillende combinaties ingesteld.

Of een gang naar de rechter in een voorkomend geval verstandig is, hangt van een aantal aspecten af. Zo kan de relatie met de inbreukmakende partij van betekenis zijn. Als het om een opdrachtgever gaat die mogelijk nog met veel toekomstige vervolgopdrachten over de brug zal komen, is het wellicht beter om niet meteen zwaar juridisch geschut in te zetten. Verder speelt ook de hoogte van het (financiële) belang van de zaak een rol. Procederen kost veel tijd en geld en er is nu eenmaal altijd een zeker risico op verlies. In veel gevallen verdient het dan ook aanbeveling eerst te proberen tot een vergelijk te komen met de inbreukmaker. Dat kan men zelf doen, maar het is beter om van tevoren het advies van de FotografenFederatie, NVJ/NVF of een gespecialiseerde advocaat in te winnen. Als het bereiken van een vergelijk om welke reden dan ook niet lukt, zal men een juridische procedure moeten overwegen. Wanneer er een spoedeisend belang bestaat, kan de fotograaf gebruik maken van een snelle, mondelinge procedure, de zogenaamde voorlopige voorziening of het kort geding. In andere gevallen is er de mogelijkheid van een (schriftelijke) bodemprocedure. Een bodemprocedure neemt aanzienlijk meer tijd in beslag dan een kort geding. In beide gevallen kunnen de partijen hoger beroep tegen het vonnis aantekenen. Voor het instellen van een juridische procedure is het in veel gevallen verplicht om een advocaat in de arm te nemen. De juridische dienst van FotografenFederatie of NVJ/NVF zal fotografen die zijn aangesloten desgevraagd juridisch bijstaan.

Hoogte van de schadevergoeding

Bij de beoordeling van een auteursrechtelijke inbreuk kijkt de rechter allereerst naar de materiële schade van de fotograaf. Deze schade…

Bij de beoordeling van een auteursrechtelijke inbreuk kijkt de rechter allereerst naar de materiële schade van de fotograaf. Deze schade bestaat vrijwel altijd uit gederfde winst: het misgelopen honorarium. Hetzelfde geldt voor inbreuken op het persoonlijkheidsrecht. Verzuim van naamsvermelding en wijziging, misvorming of verminking van een foto hebben vaak materiële schade tot gevolg, aangezien de fotograaf daardoor waarschijnlijk toekomstige opdrachten mist en ook daardoor winst derft. Daarnaast kan de fotograaf bij inbreuk op zijn auteursrechten ook een vergoeding van immateriële schade eisen, zoals smart en gederfde levensvreugde. In de praktijk komt dit echter niet veel voor omdat die schadevorm zich moeilijk objectief laat meten. In de praktijk laat de rechter bovendien vaak in het midden of de toegekende schadevergoeding dient ter compensatie van materiële dan wel van immateriële schade.

Bij de vaststelling van de hoogte van schadevergoeding zal de rechter rekening houden met de oplage van de inbreukmakende publicatie. Bij inbreuk op het internet spelen de mate van het commerciële karakter en de duur van de publicatie een rol, en – voor zover dat valt na te gaan – het aantal bezoekers (hits) van de website. De schadevergoeding wordt doorgaans gerelateerd aan het honorarium dat de fotograaf in geval van toestemming zou hebben bedongen. Hiervoor haakt de rechter in de praktijk veelal aan bij de gemiddeld gehanteerde tarieven in Nederland. Als compensatie voor de auteursrechtelijke inbreuk en eventuele bijkomende schendingen van het persoonlijkheidsrecht wordt het honorarium vaak verhoogd met 200 of 300 procent. Van een vaste regel is echter geen sprake.

Het verweer van sommige inbreukmakers dat zij nooit een overeenkomst zouden zijn aangegaan of een andere foto zouden hebben genomen als zij het werkelijke tarief van de fotograaf vooraf hadden geweten, gaat uiteraard niet op. Het komt volledig voor eigen rekening van de inbreukmaker wanneer die een foto gebruikt zonder zich vooraf op de hoogte te stellen van het geldende tarief.