Geboren in 1976, Uitgever van GUP- Guide to Unique Photography
Foto: Rahi Rezvani
Zes jaar geleden startte GUP magazine. Nu is het maandblad over fotografie verkrijgbaar in 24 landen en heeft het 1.500 abonnees. Sinds twee jaar is er een uitgeverij, waarin ook andere activiteiten plaatsvinden en heeft GUP volgens uitgever Peter Bas 'Echt een hele goede hoofdredacteur, Erik Vroons. 'Hij weet echt heel veel, is echt een beetje een nerd op fotografiegebied en dat is perfect als hoofdredacteur.'
En Peter Bas? Die houdt zich bezig met de uitgeeftaken: de adverteerders, met de distributie, met de groei van het blad, de abonnementen. De uitgeverij maakte de catalogi van de Fotoacademie, de jubileumuitgave voor Hollandse Hoogte, BNN is een vaste opdrachtgever, ze werkten voor Mojo (Lowlands), Grolsch en nu ook voor Shell.
Peter Bas: 'We waren een uitgever van fotografie en daar is van alles bijgekomen dat we ook heel leuk vinden om te doen. Maar we proberen altijd wel de focus op beeld te houden.
Ik heb zelf een achtergrond in schrijven, niet in de fotografie. Ik ben freelance tekstschrijver geweest, ik heb communicatie gestudeerd. Ik was zes jaar lang freelance tekstschrijver, daarna hoofdredacteur bij Vice – dat ook wat meer met beeld te maken had – en in de tussentijd zijn we GUP begonnen. Bij Boomerang heb tijdens mijn stage blaadjes leren maken, dat vond ik te gek.
Een blad maken van a tot z is echt het aller leukste dat er is. Ik ben visueel ingesteld, dat betekent in mij geval dat ik van fotografie hou. En de combinatie van een magazine maken en fotografie, dat is GUP geworden en daar kan ik mijn ei wel goed in kwijt.'
Geld om fotografen te betalen voor een publicatie is er niet, dus doen ze het anders bij GUP:
'Zonder te kijken naar iemands statuur of geschiedenis of hoever hij is in zijn fotografische carrière, gaan we op zoek naar de mensen die we graag willen publiceren. En we geven altijd aan dat we willen samenwerken. We maken mooie portfolio's. Zo krijgen wij en de fotograaf wat we willen.
Dat betekent dat alle portfolio's die je in GUP ziet, eigenlijk allemaal kleine samenwerkingsprocessen met de fotograaf zijn. Sommige fotografen geven gewoon een hele sloot beeld en die zeggen: doe er mee wat je wilt en ik zie het wel als het in de winkel ligt, maar het merendeel wil toch graag meekijken en die beslist zelf welke foto's erin moeten en in welke volgorde. Er zijn er ook een paar die echt willen samenwerken, die komen langs op de redactie, die willen de proefdrukken zien, die willen zelf de tekst aanleveren. En die dynamiek is heel erg leuk. Volgens mij zit er veel meer ziel in het verhaal als de fotograaf zelf daar over mee kan beslissen. En je leert de fotograaf ook beter kennen zo, je leert van hun denkwijze. Dat betekent discussies en dat leidt weer tot nieuwe inzichten. Dat alles maakt het werken met fotografen heel bevredigend en leuk voor mij.'
Voor fotografen is GUP vooral een podium om mensen te bereiken.
Peter Bas: 'We staan voor een kwaliteitsuitgave en we zijn momenteel in 24 landen te verkrijgen, dus we bieden ze een behoorlijk podium. We geven veel geld uit aan lithografie, we hebben een kwaliteitsdrukker en geen budgetdrukker, een goede hoofdredacteur die weet waarover hij het heeft. Het is echt een mooi podium om je werk te etaleren. Of dat nu werk is dat al op de plank lag of nieuw werk dat zo juist geschoten is, dat is aan de fotograaf.
Wij geven geen opdrachten, dat niet. Het is echt een podium, een promotieplatform.
Een simpele uitruiling. Zij moeten er wel iets uit kunnen halen. Wij verwijzen ook altijd door naar de website van de fotografen, we promoten het op Facebook. Op die manier genereren we ook weer belangstelling voor hun fotografie.
Ik weet dat een aantal fotografen op basis van hun publicatie in GUP zijn opgenomen in een tentoonstelling of benaderd zijn voor ander werk. En dat is waarom zij het zouden moeten doen.'
Het bereik van GUP is online vele malen groter dan via het magazine.
Peter Bas: 'We hebben ongeveer 1500 abonnees en bijna 10.000 Facebook fans en de website gaat heel hard. We hebben per maand 50.000 unieke bezoekers en daarvan keert bijna de helft terug.
Het is een inspiratieplatform, zo zien wij het graag, een bron van inspiratie. En ongeveer de helft van onze bezoekers wil dat continue. De rest zijn eenmalige bezoekers die daar net zo veel inspiratie uithalen, alleen niet zo regelmatig.
Wij zijn een community, maar wel één waar mensen regelmatig in en uitstappen.
Het is niet zo zeer de fotografie, die veranderd is, maar de fotograaf.
'Wat de fotografe betreft is er vooral heel veel bijgekomen. Maar het is vooral de fotograaf die is veranderd en ik denk dat het ook wel moet en dat het ook goed is.
Volgens mij zijn de fotografen van mijn leeftijd veel pragmatischer ingesteld. Ze willen allemaal heel graag professioneel fotograferen en dat is ook hun einddoel, alleen hoeft het niet stel op sprong. Ze willen er best heel veel voor laten, maar ze realiseren zich ook heel goed dat professioneel fotograaf zijn tegenwoordig, heel moeilijk is. Je kan niet zo maar zeggen: ik word professioneel fotograaf, dat ga ik nu doen en de komende 10 -20 jaar ga ik niets anders doen. Nee, daar moet je heel erg aan werken, je moet heel loyaal zijn, veel aan marketing doen, je moet rotklussen willen doen, gewoon om geld te verdienen.
Veel van deze fotografen hebben dan ook een bijbaantje, zonder daar over te mopperen. Ze vinden het vaak best fijn dat ze hun geld ergens anders mee verdienen, ook al is het in de kroeg, maar dan kunnen ze hun focus wel op de fotografie houden. En zo kunnen ze uiteindelijk de dingen doen die ze willen doen. En als ze daar goed in blijken te zijn en ze weten zich te vermarkten, want dat is echt heel belangrijk, dan komen ze wel op hun plek terecht'.
'Ik denk dat de klagers uiteindelijk de verliezers zullen zijn. De wereld verandert en ook de wereld van de fotografie. Iedereen kan fotograferen. Vroeger kon je alleen fotograferen als je heel veel geld had, want je had al die apparatuur nodig. En als je al die apparatuur had dan was je er al voor de helft. Moest je alleen nog goede plaatjes schieten en je weg weten te vinden. Maar nu kan iedereen die goede apparatuur kopen, dus dat is geen obstakel meer. Dus je moet nu wel heel goed je weg weten te vinden'.
Als je vierkant staat achter wat je doet, je bent daar ook nog heel goed in en je weet mensen te bereiken – op welke manier dan ook - en je bent ook nog een volhouder dan denk ik wel dat je heel ver kan komen.
En ja: Je moet wel kunnen communiceren. Als je op je zolderkamer blijft zitten en je maakt wel hele goede beelden, maar je communiceert dat naar niemand toe, dan gaat echt niemand weten wie je bent en wat je doet.
Je moet durven jezelf naar voren te brengen, aandacht te vragen. Ik denk dat dat voor heel veel fotografen, zeker in het begin, nog wel belangrijker is dan heel goed fotograferen. Als ze dan ook nog heel goed kunnen fotograferen is dat een hele mooie combinatie.
Ik merk dat opleidingen daar bijna niets aan doen. Ik weet niet alles van de opleidingen, maar ik hoor het vaak genoeg van studenten dat ze daar niets over gehoord hebben op school, over jezelf verkopen. Dat zijn dingen waar ik me aan irriteer, waarvan ik denk: daar kan je gewoon 1 uur per week aan besteden als school. Hoe zorg je dat je binnen komt bij bladen, of bij een galerie of aan prijzen deel kan nemen, allemaal dat soort dingen. Het is vrij eenvoudig, maar je moet het wel weten.
Ze willen vaak allemaal hetzelfde: Ze willen allemaal in de Vrij Nederland komen of in het Volkskrant magazine staan en nog een paar bladen, maar ondertussen zijn er wel 10.000 of 100.000 bladen over de hele wereld met een zelfde kwaliteit als VN of VK magazine en ook nog vaak met een hogere oplage, alleen zijn het geen Nederlandse bladen. Volgens mij wordt dat op geen enkele school vertelt.
Ga eens naar Atheneum en zoek naar de bladen die je aanspreken. Kijk niet naar de taal of het omslag, kijk naar de inhoud. En als het je aanspreekt en je fotografie past daarin, schrijf ze dan aan.
En dan is de volgende les: hoe schrijf ik zo iemand aan? Probeer persoonlijk te zijn en onderbouw waarom je wilt dat ze je foto's zien wat ze aan je foto's hebben. Dat zijn allemaal standaard dingen. En dat kan je allemaal leren. Garantie is er nooit, maar het is een goede start. En beter dan niets doen.
Vooral Amerikaanse fotografen zijn erg goed in, in zichzelf verkopen. Ze weten zichzelf heel goed in de picture te zetten. Het is heel persoonlijk, heel dankbaar, heel complimenteus altijd. En het is voor mij natuurlijk leuker om zo'n mail te krijgen dan een botte mail waarin niets over jou wordt gezegd of je magazine. Het is volgens mij een cultuurdingetje,. In Amerika zijn ze zo wie zo gewend alles beter te verkopen dan wij Europeanen dat doen. En ze zijn heel erg verzorgend, ze antwoorden snel, ze zijn compleet, ze vragen altijd of je nog meer wilt weten en achteraf is er altijd een bedankje. En dat is gewoon heel slim.
Ik heb met sommige fotografen echt een e-mailrelatie. Die sturen me regelmatig updates. Zolang het niet opdringerig is en relevant blijft en niet te vaak – 1x per 2 maanden is echt genoeg – dan is het geen enkel probleem. En vooral niet te veel en vaak vragen stellen. Dus gewoon informeren en dan heb ik het niet gevoel: oh, nu moet ik weer iemand antwoorden. Dat is voor beiden prettig.
Ik denk dat als je heel gepassioneerd met iets bezig bent, of dat nu fotografie is of iets anders, dat werk en privé niet gescheiden moeten zijn. Dat wil niet zeggen dat je altijd je werk mee naar huis moet nemen, maar iemand waar je vaker voor werkt, die zorgt dat je een goede boterham kan smeren, die is als een goede kennis waarmee je het contact ook moet onderhouden. Een goede klant moet je betrekken bij de kring van mensen waar je in je leven wat mee hebt en regelmatig mee communiceert.'
Alleen maar doen wat je leuk vind, is voor veel fotografen niet meer weggelegd.
Peter Bas: 'Ik zou willen zeggen dat dat niet zo is, maar ik vrees dat het wel zo zal zijn. Maar dat betekent wel dat je binnen je branche kan blijven en als je weet dat je heel goed bent in productfotografie, maar je passie ligt daar absoluut niet, dan is het helemaal niet slecht om dat te blijven doen, want je houdt je techniek op peil en dan kan je met het geld dat je daar genereert leuke dingen doen.
Want: Zo zijn we met GUP ook ooit begonnen. We hebben drie en een half jaar GUP gemaakt op de zondagen en in de avonduren en daarnaast werkte ik voor de Postbank, daar schreef ik financieel economisch nieuws voor. Dat was helemaal niet wat ik wilde, maar ik kon wel schrijven, mijn pen scherp houden en ik verdiende er genoeg geld mee zodat ik in mijn vrije tijd GUP kon maken.'
Fotografen hoor je vaak klagen dat er te veel fotografen zijn, maar Peter Bas vindt het juist wel goed:
'Ik vind het een heel goede ontwikkeling, het kaf wordt van het koren gescheiden en nu niet meer omdat je meer geld heb te besteden aan apparatuur, maar op kwaliteit en of je jezelf kunt verkopen als fotograaf.
Als het niet lukt moet je maar beter je best doen, nog harder werken, minder uitgaan, minder slapen. Ik was laatst in Rotterdam bij een portfolioavond en daar zaten derdejaars studenten van een academie en ik was echt stomverbaasd want tijdens het kijken stelde ik niet eens zo kritische vragen en daar kwam eigenlijk geen fatsoenlijke respons op en de kwaliteit was ook niet zo hoog, een allegaartje.
Toen vroeg ik: "hoeveel uur per week zijn jullie eigenlijk met fotografie bezig" en tot mijn schrik antwoordde de meesten dat dit rond de twintig en dertig uur was.
Ik zeg dan: als je echt wilt gaan fotograferen later dan moet het minimaal het dubbele zijn, minimaal. Daar schrokken zij weer van.
'Volgens mij als je echt goed wilt worden, dan moet je er heel veel voor laten en er heel veel voor over hebben. Dat is wat het verschil maakt. Als jij vijftig uur per week fotografeert is dat heel mooi, maar dan moet je er nog vijftien uur per week bijpakken om te communiceren, om je te verkopen, je marketing doen. Als je dan slechts dertig uur per week fotografeert en tien uur communiceert dan denk ik dat je niet zo goed wordt als die ander die veel meer doet. Niet dat gemakzuchtige; dan kom je er niet'.
Ik denk wel dat talent heel veel te maken heeft met passie. En als je heel veel passie hebt dat veel dingen vanzelf gaan. Als je 100% passie voor fotografie hebt dan wil je ook dat iedereen dat weet, dan komt het communiceren vanzelf. Ik denk dat als je 100% gepassioneerd bent dan ben je zo enthousiast dat je er wel voor zorgt dat de juiste mensen het weten en dat jet op de juiste plek terecht komt. En je kunt beter tien keer op je bek gaan en dat het dan goed gaat, dan dat je zo voorzichtig bent en niks durft, waardoor je niet op je bek gaat, maar er waarschijnlijk ook nooit komt. Gewoon proberen, vallen en opstaan, want je leert veel meer van de dingen die verkeerd gaan dan die er goed gaan.
Iedereen wil fotograaf zijn, zoals een paar jaar geleden iedereen dj wilde zijn. Ze willen het allemaal zijn, maar ze hebben geen tijd of passie om het te worden. Ze willen succes, dat lezen ze, dat blijft hangen, maar dat je er ook veel voor moet doen en laten, dat is voor velen wat te veel gevraagd waarschijnlijk. Die mensen komen er toch niet en dat is prima.'
Peter Bas ziet online nieuwe creatieve mogelijkheden en een nieuwe markt ontstaan:
'Storytelling, dat is voor ons in Nederland nog betrekkelijk nieuw, maar in het buitenland zijn ze er al een paar jaar mee bezig, waarbij je als fotograaf naast je foto's ook bewegend beeld maakt, je foto's inpast in een groter concept dat dynamischer is dan alleen maar statische foto's. Dan ligt het medium televisie en online al meer binnen het bereik. Volgens mij is dat storytelling op basis van fotografie een redelijk vernieuwende manier van het gebruik van het medium. Ik vind het wel verfrissend om te zien, die combinatie van fotografie en film.
Als je als fotograaf zo iets kan maken en het past bij een bepaald merk, niet alleen fotografie maar ook bewegend, multimediaal, en het is heel goed en past heel goed, dan denk ik dat je best een origineel, vernieuwend ding hebt voor een reclamebureau om in te zetten voor een van hun klanten.'
De publiekstijdschriften hebben het misschien wel zwaar, maar steeds meer bedrijven en merken komen met hun eigen tijdschrift, vaak vol met fotografie en zeker niet gratis. Reclamebureaus die fotografen de straat opsturen voor het maken van moodboards of om de effecten van een activatiecampagne vast te leggen. Een klant die vraagt om naast de shoot ook een filmpje te maken.
Peter Bas: 'Er zijn zoveel kleine niche dingetjes die gaande zijn; echt heel veel! Ik heb alleen altijd het gevoel dat het dingen zijn waar de jongere generatie vanzelf tegen aanloopt. Voor oudere fotografen is dat lastiger.'