Geboren in 1967, freelance fotograaf. Foto: Bernadette Hoogland.
Joost was Fotojournalist van het jaar in 2006 en 2008, maar het aantal inzendingen voor de prijs werd steeds minder en de kanshebbers waren ieder jaar weer dezelfde namen, dus werd deze prestigieuze prijs in 2009 afgeschaft: 'Er zijn steeds minder fotografen die structureel heel journalistiek werken, die daarmee hun geld kunnen verdienen, maar dat ook volhouden, uit hun eigen motivatie. En die motivatie is niet alleen financieel maar ook dat je plezier hebt in het vak en dat je erkenning krijgt van je opdrachtgevers en dat je een mooie plek krijgt in de kranten en tijdschriften. En ik merk dat steeds meer fotografen dat niet volhouden, dat die motivatie van alle kanten wordt aangetast. De betaling wordt minder, je hebt meer moeite om opdrachtgevers te krijgen en als je ze krijgt dan wordt een foto drie-koloms aangesneden in een tabloid blaadje, en moet je vijf foto's inleveren omdat ze keuze willen voor de vormgeving. Het is heel vaak een soort gaten vullen geworden. Er wordt vaak heel slordig omgegaan met beeld en met de mensen die het maken. Maar dat laatste is niet nieuw.'
'Ik ben een freelance fotograaf, ik werk onafhankelijk en ik ga nooit naar vergaderingen of bijeenkomsten van de krant [de Volkskrant].
Ik steek al mijn energie in die ene goeie foto op een dag. En als die foto goed is, dan vindt ie een plek. Het enige is dat je wel de allerbeste foto moet hebben. Als je daar al je energie insteekt, dan is er niks aan de hand. Dat is de manier, niet anders: de allerbeste foto van het allerbeste onderwerp.'
Joost zat op de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg, een soort lerarenopleiding. Fotografie was één van de vele vakken die hij er kreeg. Hij werd gegrepen en het liet hem niet meer los. In 1991 kwam hij van school en trok naar Amsterdam. Hij ging stage lopen bij de MUG, het maandblad voor uitkeringsgerechtigden.
'Op de academie maakte ik al portretten, ik maakte combinaties van portretten en reportage fotografie. Een mengeling van nieuws, achtergronden en portretten. En dat is altijd zo gebleven. Ik heb eigenlijk heel weinig begeleiding gehad, mijn academie was daar niet op gericht, in feite heb ik alles zelf moeten uitvinden.
Na de academie in 1991 ben ik meteen op reis gegaan naar Bosnië want daar was toen oorlog en ik ben in Bosnië vrij werk gaan maken, want je hebt natuurlijk dan nog geen opdrachtgevers.
Dus ik ben gewoon op reis gegaan naar Bosnië, omdat daar grote verhalen te vertellen waren en ik ben daar drie keer naar toe geweest en steeds als ik terug kwam heb ik die foto's ontwikkeld, afgedrukt en bij de krant in de bus gegooid. Ongevraagd, vrij werk aangeboden bij Trouw, NRC, Parool en Volkskrant. En met ze gebeld. Gewoon structureel die vier. En op een gegeven moment gingen ze foto's plaatsen en ben ik terug gegaan. Bij terugkomst weer hetzelfde, weer gebeld: ik heb materiaal uit Bosnië, kan ik langskomen. En daarmee heb ik de eerste grote publicaties gekregen. En dan kun je dat natuurlijk weer in je portfolio stoppen, voorpagina NRC, Het Parool. En daarmee ben ik naar een aantal tijdschriften gegaan.
Ik ging altijd uitsluitend met nieuwe foto's naar ze toe. Nooit met een oud portfolio. Ik belde pas als ik nieuw werk had. Want ik vind het heel tekenend als een fotograaf langskomt en zijn laatste goede foto is van een maand geleden. Dan vraag je je af: heb je geen goede foto's gemaakt meer dan.
Als je een beetje een journalistiek, documentaire inslag hebt dan ga je iedere dag de straat op of iets doen, aan een verhaal werken.
Ik zal nooit in de telefoon kruipen om aan mijn opdrachtgevers te vragen waarom ze niet bellen. Dat vind ik echt dodelijk. Dat is het meest foute telefoontje wat je maar kan doen, Je moet zorgen dat ze wel bellen, niet door te bellen maar door goede foto's aan te leveren.'
'Ik heb nog steeds dingen die gewoon blijven liggen, ondanks dat iedereen nu wel weet wie in ben en wat ik doe. Ik heb series die blijven liggen, omdat het onderwerp niet goed was of de timing niet of de fotografie was niet prikkelend genoeg, of een combinatie daarvan. Vooral timing is natuurlijk belangrijk en de urgentie van een onderwerp is heel essentieel. Dus dat je net te laat bent of te vroeg, dan blijft het op de plank liggen.'
'Ik werk dagelijks voor de krant en daarnaast voor Vrij Nederland, Hollands Diep en af en toe de Groene Amsterdammer.
Commerciële opdrachten doe ik niet en mijn archiefverkoop loopt via Hollandse Hoogte. Ik heb een heel groot archief, omdat ik dagelijks fotografeer en ook omdat veel onderwerpen inhaken op de actualiteit.
Ik denk dat ik zo goed functioneer in de journalistieke branche doordat ik heel veel energie in die ene foto steek. Ik denk na over mijn onderwerp en ik doe veel research en werk daar veel langer aan dan mensen zien. Maar uiteindelijk is het eindresultaat beter.
Geld is geen motivatie. Als ik zou gaan fotograferen met in mijn achterhoofd een foto die zoveel mogelijk geld opbrengt, dan zou ik dit werk niet maken.
Je moet het met kwaliteit afdwingen. Mijn ervaring is dat je geen compromis hoeft sluiten. Dat blijkt te werken, Want ik heb vanaf het begin al geen werk aangenomen voor geld. Een foto die zich onderscheidt door de kwaliteit en de inhoud, die verdient automatisch zijn geld. Die vindt zijn plek wel en zo niet, dan is er iets mis met die foto.'
'Ik denk dat je een soort universele kwaliteit kan zoeken die eigenlijk altijd geldt, los van trends, dat er een soort beeldkwaliteit is die veel mensen aanspreekt, bijvoorbeeld omdat hij teruggrijpt op de klassiekers,. Als je dat vindt, dan ben je onafhankelijk van trends, van chefs en van alle perikelen in kranten- en tijdschriftenland. Ik denk dat de kracht van een echt goede foto is dat ie onafhankelijk van wie of wat dan ook. En ik denk dat er dan altijd genoeg mensen zijn die dat zullen herkennen, die zien dat die foto boven het gemiddelde uitsteekt.'
'Het afgelopen jaar heb ik structureel tijd vrij gemaakt voor een documentaire, een echt beeldverhaal met zowel documentaire beelden, als portretten, momentopnames, meer journalistieke beelden. Ik ben niet iemand die puur beelden maakt met een documentaire uitstraling, daar zijn anderen beter in, zoals Kadir van Lohuizen. Mijn beeldtaal is anders. Daniel Koning is iemand waar ik een heel grote verwantschap meevoel, dat is ook een van mijn voorbeelden geweest tijdens mijn opleiding.
Ik kies op inhoud, altijd. Als je onderwerp belangrijk genoeg is, moet je dat altijd doen. Ik maak de selectie en geef in mijn bijschrift aan wat mijn 1ste keuze is. En soms bel ik even om te vragen, hoe de foto overkomt, als ik twijfel. Dat is een check op de inhoud, hoe zo'n foto overkomt, hoe die communiceert. Met de vorm zit het wel goed, dat is niet mij zorg. Op die vorm kun je gewoon trainen. Voor mij is vorm puur ondersteunend voor het verhaal.'
'Ik heb de overtuiging dat kwaliteit altijd wint en dat probeer ik over te brengen op mijn studenten [Joost geeft les op de Fotoacademie Amsterdam] . Dat men niet cynisch hoeft te worden. Het kan zijn dat je het niet redt, omdat je kwaliteit niet goed genoeg is, dat zou mijn verklaring zijn, dan moet je het opgeven en iets anders gaan doen. Ik vind ook dat er teveel fotografen zijn die doorgaan. Laat er geen misverstand over bestaan: het is moeilijk.
Misschien zijn er nu wel teveel fotografen of zijn er nu minder nodig. Dat de markt kleiner is voor beroepsfotografen, omdat het deels wordt ingevuld door andere beeldmakers. De semi professionele markt is echt veel groter geworden. Mensen die het gewoon leuk vinden om af en toe een foto in de krant te hebben. Ik heb er niets op tegen, mits de foto's maar goed zijn. Maar je ziet in de praktijk dat veel mensen het moeilijk hebben mede door dat aanbod.
Of neem die beeldbanken op internet, waar je voor 40 euro een foto kunt downloaden, een foto van Amsterdam, een mooi beeld van de grachten, van een amateur, rechtenvrij.
Dat is geen concurrentie voor mij vind ik, je moet dat ook niet zo zien, want mensen die dat willen, een mooie grachtenfoto of tulpen, dat heeft zo'n ander karakter. Als je opdrachtgever dat soort foto's wil, dan wordt het tijd om afscheid te nemen. Dan is het gewoon afgelopen. Dan ga ik wel weer met mijn map langs bij anderen.'
'Mijn eerste grote boek komt eraan. 100 portretten, een keuze uit de laatste 10 jaar. Een boek heeft een soort eeuwigheidswaarde, meer dan een krant. Ik had nu het gevoel dat ik genoeg goede foto's had om een boek te maken, dat ik gewoon keuze genoeg had. Zeker met de portretten. Het is nog geen journalistiek boek, geen reportage, maar dat komt misschien komt dat nog wel een keer.'
'Ik heb mijn eigen pr gedaan. Via een aantal podia op internet heb ik laten weten dat het boek eraan kwam en dat men zich kon inschrijven voor een exemplaar. Ik heb ook een aantal interviews geregeld. Althans ik heb aangeboden aan een aantal mensen om een mooie voorpublicatie te maken. Ik ben er speciaal voor op Facebook gegaan.
Bij Facebook kan je zelf bepalen wie je toelaat tot je vriendenkring en daarmee filteren wie je op de hoogte houdt van je boek bijvoorbeeld. Ik weet dat er mensen zijn die het heel interessant vinden om op de hoogte te blijven van mijn boek, en dan is Facebook een ideale manier. Want je bouwt een vriendenkring op en je gooit een bericht op je prikboord met bijvoorbeeld foto's van een drukproef, of de cover of een lettertype. Mensen kunnen zich voorinschrijven op het boek, omdat ik daarmee het boek voor een deel financier, want ik heb geen fondsen en geen sponsor.'
Wel actief met social media, maar geen website: 'Voor de nieuwe mensen kan ik me het goed voorstellen, maar voor mij werkte het anders. Ik moest me profileren met mijn werk. En, als je door je werk vindt wie je wilt vinden, dan is het genoeg. Op een gegeven moment kwam ik per ongeluk in de gouden gids te staan en kreeg ik allemaal telefoontjes van bedrijven die wilde dat ik hun jaarverslag ging fotograferen. Of advocatenkantoren die wilde dat ik portretten ging maken voor ze. Dat soort mensen kreeg ik aan de lijn, verschrikkelijk. Ik heb direct mijn nummer geheim gemaakt. Je kan mijn telefoonnummer gewoon niet vinden op internet.'