Arjan Benning. Geboren in 1972, zelfstandig fotograaf sinds 1999, Foto: Zelfportret
'Ik ben een blije fotograaf'
Na zijn opleiding werkte hij vier jaar als assistent, nodig om veel set-ervaring om te doen en het vak verder te leren, maar kort voor de eeuwwisseling vestigde hij zich als zelfstandig (reclame) fotograaf. Nu heeft hij zelf een assistent in zijn studio met uitzicht over het Amsterdamse IJ en volop werk. Arjan Benning is tevreden en optimistisch over de toekomst.
Arjan: 'Ik denk dat je als fotograaf meer moet kunnen dan vroeger. Het gaat minder om techniek, maar veel meer over een beeld creëren. Vroeger deden de reclamebureaus dat en de fotograaf, die voerde uit. En die klussen zijn er nog steeds, ik doe ook dat soort werk en het is nog leuk ook. Maar als je dat nu nog steeds alleen maar doet dan heb je het moeilijk. Vroeger kon dat nog wel maar nu red je dat niet meer.
Je moet kunnen interpreteren, een interpretatie geven op het concept of zelfs met een concept komen, wat bij ons toch vaak aan de hand is. En dat vind ik eigenlijk een heel positieve verandering. Je werkt dan meer samen met de andere creatieven.
En ook al krijg ik een schets, dan nog is er vaak ruimte voor interpretatie en dat vind ik wel heel spannend. Als je als fotograaf alleen technisch heel goed bent, dan is dat niet meer genoeg.
Ik had ooit een stagiaire, die herkende de Laborator van Durst [red: een vergroter] niet meer. Wat is dat voor ding, vroeg hij. Maar omdat ze daar geen energie in hebben hoeven te stoppen, is er bij die jonge generatie fotografen veel meer ruimte om daadwerkelijk in te gaan op dat beeld en zie je ook op jongere leeftijd veel betere portfolio's. Ze zijn inhoudelijk vaak al sterk. De mensen die nu afstuderen zijn verder dan toen ik afstudeerde. En dat heb ik het over verhalen vertellen met foto's.
Vroeger was het heel zwart/wit. Toen had je echt copy, art en daarna de uitvoering en dan kwamen wij er pas bij. En nu zitten we vaak al in de conceptfase aan tafel.
Ik ben ooit in het culturele circuit begonnen en daar doe je eigenlijk altijd het concept als fotograaf, samen met de grafisch ontwerper. Soms komt hij met het idee, soms ik als fotograaf. Het gaat er ook niet om wie het verzonnen heeft, want je doet het samen, je bent er altijd bij vanaf het begin. Theateraffiches heb ik veel gedaan, maar ook musea. En de reclame kwam er bij mij achteraan. Doordat ik die klussen deed – mijn naam stond altijd op die affiches – kwamen de eerste reclameklussen op mijn pad.
Maar de echt grotere campagnes, dat is nog steeds ouderwets schetswerk uitvoeren en dat vind ik eerlijk gezegd best wel leuk. Dat is ook een uitdaging om iets te maken wat misschien wel net niet kan, wat alleen op tekening kan.
Je hoort veel mensen klagen, eigenlijk al vijf jaar. Ik denk dat er steeds meer fotografie bij is gekomen, alleen dat de prijzen een beetje zijn veranderd. En dat het topsegment wat kleiner is geworden, misschien, geen idee. Wij hebben het druk, dus geen last van crisis.
Wat we wel zien bij de campagnes, is dat het buy-out gebeuren is veranderd. Dus als je wereldwijd schiet, dan krijg ik niet zo vaak meer 500%.
Copyright, dat moet wel blijven. Het zou heel gek zijn als je voor een foto, die alleen maar in Nederland gebruikt wordt, dat je daar evenveel geld mee verdient als een foto die wereldwijd wordt gebruikt. Dat zou waanzin zijn, omdat een klant een veel groter belang heeft bij een foto die wereldwijd gebruikt wordt. Het is ook lastiger om een foto te maken die in meerdere culturen goed gelezen wordt, daar moet je meer over nadenken en een klant verdient er ook veel meer mee.
Ik deed vroeger heel veel voor de bladen, voor de magazines. Ik ben nu toevallig voor de Elle een bh aan het fotograferen. Een wonderbra. Dat is voor de vrouw een stukje magie en voor de man een stukje bedrog en dat is natuurlijk een prachtige tegenstrijdigheid. En nu ga ik hem fotograferen in een melkbad, dus we draaien de wereld om. Dat is volledig mijn eigen ding. En daar krijg ik dan een paar honderd euro voor, dat is eigenlijk te weinig voor de huur van de studio, maar het is zo leuk, dat ik het gewoon doe.
Er is een periode geweest dat ik kon leven van de bladen en als ik heel eerlijk moet zijn, toen ik begon met fotograferen was de dagprijs voor editorial hetzelfde als nu. Altijd hetzelfde gebleven, al 12 jaar. Er is bij de bladen steeds minder werk, want er wordt veel meer wereldwijd gedaan.
Omdat er veel fotografen zo stom geweest hun rechten weg te geven, wordt er nu nog maar in een enkel land gefotografeerd en dat wordt dan wereldwijd gebruikt. Ik begrijp die fotografen niet. Ik heb nog nooit wat voor contract dan ook getekend. De enige contracten, die getekend worden, dat gaat om grote bedrijven en dat doe ik niet zelf, maar Hazazah, de productiemaatschappij waarbij ik ben aangesloten.
Een tijdje heb ik alles zelf gedaan. Samen met Jan Willem [red: de fotograaf Jan Willem Scholten] hadden we op de Langestaat een kantoor waar werd geproduceerd. Tot ik naar Hazazah ging. Zij doen alles voor me. Van offerte tot factuur. En dat doen ze veel beter dan ik ooit zou kunnen.
Ik voel me wel degelijk ondernemer. Ik denk na over waar ik heen wil, creatief. Je wilt steeds een stapje verder en dan is de vraag naar welke kant zet ik die stap. En ik ben ook zo'n fotograaf die faciliteiten om zich heen wil hebben. Wat dat betreft ben ik misschien wel ouderwets. Dus: alles heb ik, zelfs een rookmachine en een windmachine. De gekste dingen. Maar om dat te bereiken moet je wel een beetje ondernemen, want het betekent ook dat je de spullen moet verhuren aan je klanten [red: in rekening brengen]. En ik maak het maar al te vaak mee dat die klant zegt: maar je hebt het toch allemaal zelf die studio en die spullen. Nee, antwoordt ik dan, dat is een aparte tak en ik moet dat gewoon berekenen.
Ik zeg altijd tegen studenten – want die zeggen: je hebt al die spullen dus je bent heel technisch – dan zeg ik: Uber technik spricht man nicht, das habt man.
Het is totaal niet interessant, maar je moet wel het wel kunnen. Anders is het stom, want je kunt het gewoon leren, iedereen kan het leren. Dus moet je zorgen dat je altijd de laatste technieken beheerst.
Het is gewoon een heel leuk vak. Misschien heb ik geluk gehad. Ik had het eigenlijk altijd zo voor elkaar dat ik drie dagen per week bezig was met toegepaste fotografie en twee dagen met autonome projecten. En ik merk dat ik daar nu te weinig tijd voor heb. Er zijn zo veel leuke projecten om te verzinnen en te doen. Maar ik begrijp ook dat als je naar de pinautomaat loopt, hij het gewoon moet doen.
Ik hoop maar dat de mensen minder gaan klagen. Ik heb geen idee. 2012 is volgens de Maya's natuurlijk het einde van de wereld, maar die zaten in Zuid Amerika. We zullen het zien. Er zal best nog wel een recessie komen, maar het gaat altijd in plussen en minnen.
Zoals in ieder vak heb je nivo's en ik zie nog steeds fotografen om me heen, die veel beter zijn dan ik en daar richt ik me graag op. Ik wil graag creatief groeien. Dat is mijn persoonlijke ding met fotografie.
Ik zat met Frank – een graphic motion designer, we gaven samen les op de kunstacademie – op een terras en hij zei: zeg Arjan die fotografie is dood. Hij maakt de leaders voor het NOS journaal, daar is hij heel goed in. En toen zei hij: jij moet cameraman worden, ik denk dat jij dat kan met kadreren en licht en zo. Ik keek hem aan en zei: Frank als ik de film in zou gaan dan wil ik de regisseur zijn. Maar dat wilde hij al doen.
We zijn toen samen iets gaan doen. Je had toen nog geen digitale camera's met een filmfunctie. Maar ik had wel een camera waar je 8,7 beelden per seconde mee kon maken, en toen zijn we animaties gaan maken, bewegende foto's en daar zijn we vrij ver in gegaan, we hebben er ook les ingegeven op de academie.
Wanneer is nu iets een film en wanneer een bewegende foto? Voor ons gevoel waren we daar de eerste in, achteraf gezien waren we dat niet, want tegelijkertijd waren er over de hele wereld heel veel mensen mee bezig. Kennelijk zat het in de tijdgeest. Het was een hele leuke periode en nu zie je dat er vreselijke dingen worden gemaakt, knipogende bananen op de iPad, dat soort ranzigheid.
Maar het geeft natuurlijk een heleboel mogelijkheden voor nieuwe creatieve uitingen en andere manieren om concepten in te vullen. Dat hebben we een tijdje gedaan en daar zijn we ook weer mee gestopt, want het bleek dat het in abri's niet mocht en dat was ons ding toen.
Volgens mij is dat ook een ontwikkeling, die gunstig is voor fotografen. Want je moet fotografisch denken voor zo'n beeld. Het is anders dan met film. Want als ik langs een bewegend beeld ga, moet ik binnen drie seconden de boodschap hebben, want dan ben ik er al weer voorbij met mijn fiets of in de tram. Of heb ik de volgende pagina al weer op mijn iPad gewipped. Dat vind ik interessant als toekomstding.
Ik denk wel dat fotografie altijd blijft, in ieder geval als kunstvorm. Illustraties zijn ook niet verdwenen, alleen zijn het er minder dan voor de fotografie kwam.
En als je het over geld hebt, laten we dan eerlijk zijn. Er zijn wel heel veel fotografen geweest die allemaal in Ferrari's rijden of Porche's en dikke panden of kastelen hebben in Frankrijk en ik gun ze dat allemaal, maar dat het nu even iets minder is betekent niet dat we echt honger lijden. Ik verdien niet wat zij verdienden en ik denk dat ik wel op dat niveau fotografeer – en met mij velen van mijn generatie. Maar je hoeft echt geen medelijden te hebben over mijn inkomen. Ik kan er alleen geen Ferrari van rijden.
We werken wereldwijd, maar wel vanuit Nederland. Ik ben op mijn snufferd gegaan. Dat was nu acht jaar geleden. Toen was ik in New York voor een klus en ben ik gebleven en zeven dagen lang langs reclamebureaus en vooral agenten gegaan om te kijken of ik een voet tussen de deur kon krijgen. Achteraf denk ik dat mijn werk te autonoom was qua inslag, te cultureel misschien wel. Are you based in NY? was steeds de eerste vraag en dat was ik dus niet. Maar het was te vroeg denk ik, ik was gewoon nog niet ver genoeg.
Toen ik begon, na mijn afstuderen, ben ik met mijn portfolio langs bureau's gegaan, maar daar heb ik totaal geen werk door gekregen. Het werkt niet bij mij. Ik ben er ook niet goed in.
Waar ik wel goed in ben, is in pitchen. Als mensen me eenmaal uitnodigen en ze vragen me na te denken over een onderwerp, dan kom ik waarschijnlijk veel enthousiaster over. Dat vind ik ook leuk en dan haal ik zo'n klus vaak wel binnen. Het gaat vaak bij toeval, via via, iemand die je in de kroeg ontmoet.
Ik ben nu met een oud grafisch ontwerper, die ik toevallig ontmoette samen een project aan het doen, vrij werk. We zijn samen een lamp aan het maken. En nu blijkt zijn vrouw weer creatief directeur van een reclamebureau te zijn. Door hem leer ik haar kennen. Dus wie weet.
Facebook, dat doe ik twee keer per week, want Facebook vind ik wel erg leuk. Twitter heb ik wel gedaan. Maar ik ben er niet superhandig in.
Ik ben wel heel actief met mijn website, ik ben lid van de AOP, lid van Panl, nu komt weer de 200 best ad photographers van Lutzers Archive en daar sta ik in. Dat doe ik allemaal wel natuurlijk.
We hebben het nu gewoon te druk om alle klussen te kunnen doen, maar dat is lang niet zo geweest. En ik heb werkelijk alles gedaan wat op mijn pad kwam en wat ik leuk vond, het moest wel heel gek zijn om iets niet te doen. Ik had drie p's – kennelijk niet goed opgelet bij marketing – pret, promotie, prijs en in die volgorde gebeurde het ook . Als er twee p's in een klus zaten dan deed ik het al. En dat betekende dat ik soms voor bladen stond te werken, waar anderen – die minder ver waren dan ik, omdat ze net begonnen waren – niet voor wilden werken.
Ik ben continue aan het fotograferen, iedere dag. Nooit spijt van gehad. Nou ja, ik denk dat ik nu te blij bent, in 2008 en 2009 halveerde mijn inkomen en toen moest ik echt wel even pas op de plaats maken. Daarna is dat weer aardig teruggedraaid moet ik zeggen, maar in die periode zat ik ook even van wat moet ik nu doen? En dan moet je gewoon minder geld uitgeven, dat was de conclusie. Zo moeilijk is het niet. Maar toen heb ik wel gedacht om te gaan filmen. En ik heb ook wel gepitched op films, op commercials en ik heb ook een muziekvideo gemaakt, maar uiteindelijk ben ik toch weer gaan fotograferen. Maar dat betekent niet dat als ik een leuke muziekvideo zou kunnen maken, dat ik dat uit de weg ga, want ik vind het wel leuk om te doen. Maar daarna werd het weer druk met fotografie.
Mijn ding is: maak mooi werk, wees blij met je vak, maak mooie dingen. Ik merk het ook met mensen, die stage mij me hebben gelopen, de uitblinkers, die hebben gelijk werk en dat is geen toeval, maar dat komt omdat ze heel erg met het vak bezig zijn en het leuk vinden en dat straal je dan ook uit, en dat zie je aan het werk en dan komt het echt wel op je af.
Ik zie het bij mensen om me heen, die lekker bezig zijn, gewoon mooie dingen maken en heb je eens een week geen fotografie, heerlijk, kun je eindelijk je eigen projecten oppakken. En als je dan zegt: ik heb geen project, dan moet je jezelf achter de oren krabben, want ik heb er wel 30 op de plank liggen. Hoe kun je nu fotograaf zijn en geen project op de plank hebben liggen? Dat klopt niet en dan moet je jezelf wel eens afvragen of je dit nog wel moet doen.'