1. Neem een beetje afstand van je werk
Vaak zit je je zo dicht op je werk dat je het niet meer objectief kan bekijken. Neem daarvoor letterlijk wat afstand. Dat kan door je foto's klein uit te printen en op tafel te leggen. Of bekijk alleen de thumbnails op je beeldscherm. Zo heb je een veel beter overzicht van je selectie en zie je in een oogopslag of het een samenhangend geheel vormt.
2. Let op de volgorde
Een goede volgorde kan je inzending beter maken. Schuif met je foto's totdat het duidelijk is waar je verhaal over gaat. En probeer de selectie te openen met de beste foto! Een goede eerste indruk is erg belangrijk.
3. Een eigen handtekening
Wat belangrijk is, is dat je selectie een eigen handtekening heeft, een persoonlijke, eigentijdse visie/beeldopvatting. Je kan werk insturen met verschillende disciplines, maar het moet niet zo zijn dat je inzending lijkt alsof het gemaakt is door twee verschillende fotografen.
4. Vraag om hulp
Een goede selectie maken is essentieel. Niet elke fotograaf is daar even goed in. Laat eerst anderen je selectie zien voordat je instuurt voor de award. Bijvoorbeeld een collega fotograaf, een beeldbewerker (en dan niet die waar je vaak mee werkt) of een artdirector van een blad of reclamebureau. Buitenstaanders zien misschien dingen waar jij overheen hebt gekeken. Het geeft meer inzicht in je eigen werk.
5. Kill your darlings
Wees streng bij het selecteren van je werk. Past je mooiste foto helemaal niet bij de rest en verstoort het je hele selectie? Laat de foto dan uit de selectie.
6. Laat geen zwakke foto's in je selectie
Pas op dat er geen zwakke foto's in je selectie zitten die de rest onderuit kunnen halen. Beter 7 topfoto’s dan 12 foto's met 2 zwakke beelden erbij.