Dutch Lux

Dutch Lux

Sinds een jaar biedt DuPho intervisie aan voor haar leden. Onder begeleiding van coach Aart Helder komen groepen gelijkwaardige fotografen periodiek bij elkaar om praktijksituaties en/of dilemma’s met elkaar te onderzoeken. Een van deze groepen heeft het collectief Dutch Lux gevormd. Onder deze naam gaan zij de komende maanden online exposeren op Kunstmatrix.

Dutch Lux bestaat uit zes fotografen met zes verschillende visies op fotografie. Hun vak is hetzelfde, de camera’s zijn gelijkwaardig, maar de beelden spreken een andere taal.

In 2019 kwamen Annemarie Hoogwoud, Eveline Renaud, Remco Koenderman, Marlies Hofstede, Peter de Jong en Tjitske Sluis voor het eerst bij elkaar voor een gesprek. Ze ervaren dezelfde dilemma’s en delen dezelfde liefde voor fotografie. Uit de serie van gesprekken die volgde, werd het idee voor Dutch Lux en de expositie geboren.

Annemarie Hoogwoud (1962) maakt beeldpoëzie. Zij gebruikt licht, kleur en compositie op dusdanige manier dat de zachtheid van haar onderwerp benadrukt. In een soms hectische, onrustige wereld inspireren haar beelden je om stil te staan en te reflecteren. Door tijd te nemen ga je meer zien.


Eveline Renaud (1954) neemt de tijd voor haar werk en juist die rust geeft haar de kans om te fotograferen op plekken waar anderen niet binnen komen. Door middel van haar foto's wil ze maatschappelijke onderwerpen zichtbaar maken zoals de veranderende Amsterdamse haven, de Chinese keukens aan de Amsterdamse Zeedijk en diverse thema’s in Latijns-Amerika, Afrika en Azië, zoals gezondheidszorg, landbouw en veeteelt.


Remco Koenderman (1970) is het liefst buiten bij de zee; de energie die van de golven af komt inspireren hem enorm. Remco zoekt in zijn fotografie naar een balans tussen sterke lijnen en rijke kleuren. Zijn composities zijn daardoor grafisch. Als er een motto is waar hij naar leeft momenteel dan is dat: ‘Objects in the mirror are closer than they appear.’

Marlies Hofstede (1969) verwondert zich over het vermogen van fotografie om een moment te bevriezen. Het fotografisch proces kan dát vastleggen wat is geweest en heeft bestaan. De pracht en kwetsbaarheid van die vergankelijkheid wil ze laten zien.

Peter de Jong (1971) gaat ver om in zijn fotografie alles bij elkaar te laten komen, het licht, de compositie, de beweging en het lijnenspel. Als hij ervoor in een tent in Alaska moet overnachten dan doet hij dat met alle plezier. Hij werkt intuïtief en wil de kijker meenemen in het avontuur dat de natuur kan opleveren.

Tjitske Sluis (1975) wil verhalen vertellen, de camera is haar medium. Ze wil weten hoe het kan dat een honderdjarige nog zelfstandig woont, hoe een zwangere Poolse vrouw op een afgedankte camping terecht komt, wat het met kleine meisjes doet om hun moeder wekelijks op te zoeken in de gevangenis. Overal zit een verhaal in en alles kan worden vastgelegd.