Laat zien waar jouw kwaliteiten liggen: specialiseer!

een interview met René Gerritsen

UV-fluorescentie (detail-) Grieks aardewerk, in opdracht van het Rijksmuseum van Oudheden Leiden.

René Gerritsen is gespecialiseerd in kunst- en kunstonderzoeksfotografie. Hij is een fotograaf die niet alleen urenlang kan praten over zijn werk en de specialistische technieken die hij daarvoor gebruikt, maar ook haarfijn kan uitleggen waarom het zo belangrijk is om je als fotograaf te specialiseren in het vakgebied waar jouw kwaliteiten liggen.

Bèta-mens

Als zoon van wijlen fotograaf Frits Gerritsen ontstond bij René de liefde voor fotografie al jong. “Ik had alleen niet zoveel met het fotograferen van mensen en het hele creatieve van de fotografie. Ik was meer een bèta-mens en wilde me veel meer in de diverse technische processen verdiepen”, legt hij uit. Een assistent van zijn vader wees hem op de school voor Fotografie en Fotonica in Den Haag en dan met name de afdeling Fotonica (wetenschappelijke fotografie).

Dat viel in de smaak. “Als een stelletje nerds zaten we in de kelder te experimenteren met allerlei soorten fotografische technieken: infrarood, holografie, en UV-fluorescentie. Vele technieken kwamen aan ons voorbij.”

Lees hier de hele biografie van René Gerritsen

Normale- en röntgen opname van het schilderij “Wandelaars in een Park’ door van Gogh (in opdracht van het van Gogh museum. Een onderliggend portret is tevoorschijn gekomen.

Onderzoekskeuken

In 1984 trad Gerritsen in dienst bij het Centraal Laboratorium voor onderzoek van Voorwerpen van Kunst en Wetenschap (kortweg het CL) in Amsterdam. Hier waren alle disciplines die betrekking hadden op kunstconservering en kunstrestauratie vertegenwoordigd. Hij kreeg de kans om kennis te maken met de ‘experimentele onderzoekskeuken’ van de Nederlandse moderne en klassieke kunst en zich verder in de fotografie van kunst en in kunstonderzoeksfotografie te verdiepen. In 1987 begon hij daarnaast parttime voor zichzelf in een eigen studio. Specialisatie was destijds ver te zoeken: “Ik werkte voor iedereen die maar wilde. Ik fotografeerde potten en pannen en interieurs en maakte natuurfoto’s en foto’s voor magazines, alles wat maar voorbijkwam.” Dat ging flink wat jaren door, tot 2010. “In dat jaar begon mijn vrouw voor zichzelf en volgde ze een aantal trainingen over ondernemerschap. Ze vond dat ik maar eens mee moest gaan. Dat deed ik met tegenzin, maar ik raakte geïnspireerd. Ik werd zelfs opnieuw verliefd op mijn eigen bedrijf. Tijdens mijn opleiding was ik weliswaar geschoold als specialist in mijn vak, maar er werd niet verteld wat er komt kijken bij ondernemen. Toen ik voor een ‘habbekrats’ ook samen met mijn vrouw mee kon naar een marketingopleiding heb ik dat gedaan.”

Tijdens die opleiding kwam Gerritsen erachter dat wat hij deed, het ‘voor iedereen fotograferen’, niet het beste was voor zijn bedrijf. “Ik kreeg de vraag wat mijn doelgroep was. Iedereen? Maar als je kiespijn hebt, ga je toch ook niet naar de huisarts, maar naar de tandarts, naar iemand die gespecialiseerd is? Durf te specialiseren, dan zullen mensen ook eerder bij je aankloppen als ze iemand binnen dat vakgebied zoeken.” Gerritsen hoefde niet lang na te denken over zijn specialisatie. “Met mijn speciale technieken, die bijna niemand beheerst, heb ik ‘goud’ in handen.” In 2013 gooit hij dan ook zijn hele website overhoop. “Er is geen portret, geen reportage en geen evenement meer op te vinden. Alles is nu ingericht op de fotografie van kunst en kunstonderzoeksfotografie. Ik ben een van de weinigen die zo breed is op dit vakgebied.” Gerritsen is zelfs een van de weinige zelfstandigen in Nederland die de certificering voor röntgenfotografie bezit. “Dat vergt een aparte opleiding en uiteraard de benodigde apparatuur.”

Lees hier meer over de fotografische technieken waarmee Gerritsen werkt

Infrarood opname, (arceringen worden zichtbaar). Schilderij uit particulier eigendom

“Durf te specialiseren, dan zullen mensen ook eerder bij je aankloppen als ze iemand binnen dat vakgebied zoeken.”

Bijzondere verhalen

Gerritsen heeft een unieke klantenkring van musea, kunstrestauratoren en kunsthandelaren. Het grootste deel van zijn werk bestaat uit het fotograferen en met verschillende fotografische technieken onderzoeken van schilderijen. “Binnen de kunstwereld wordt bijvoorbeeld röntgenfotografie gebruikt om de conditie van een kunstwerk te onderzoeken: zijn er breuken, vullingen, gaten of zelfs houtworm? Of is er misschien sprake van een onderliggende schildering? Ook maak ik gebruik van infraroodstraling. Net als röntgenstraling is dat niet zichtbaar voor het menselijk oog. Het heeft een, beperkt, doordringend vermogen. Met deze techniek kan ik arceringen, ondertekeningen, retouches of pentimenti (veranderingen door de schilder zelf aangebracht, red.) in schilderijen aan het licht brengen.” Daarnaast gebruikt Gerritsen UV-fluorescentie. “Onder invloed van uv-straling kunnen bepaalde pigmenten zelf zichtbaar licht gaan uitzenden, wat deze techniek geschikt maakt voor het aantonen van retouches, overschilderingen en beschadigde of verouderde vernissen. Ook lijmresten, vlekken, vervaagde tekeningen en foto’s kunnen met behulp van UV-fluorescentie duidelijker worden.” De verschillende fotografische technieken vullen elkaar vaak aan, legt Gerritsen uit.

“Met normaal licht kun je al veel doen. Denk daarbij aan het maken van een natuurgetrouwe reproductie, of het met behulp van strijklicht, gekleurd licht of gepolariseerd licht en macro-opnames informatie uit een ‘object’ halen die anders niet zichtbaar zou zijn. Zo kunnen bijvoorbeeld authenticiteit, kwaliteit en conditie van een kunstwerk worden bepaald. Als er bijvoorbeeld een mogelijk nieuwe Rembrandt wordt ontdekt, kan ik helpen onderzoeken of het wel echt een Rembrandt is. Ik kan daar met mijn technieken de informatie voor leveren.” In zijn carrière heeft Gerritsen al verschillende ‘top’ kunstwerken voor zijn camera’s gehad. “Twee jaar geleden werkte ik mee aan het onderzoek naar het ‘Meisje met de Parel’, een van de topstukken van het Mauritshuis. Ik was de eerste die ermee aan de slag mocht voordat het schilderij in een glazen cabine werd geplaatst voor verder onderzoek. Als ik aan het werk ben, kan ik namelijk geen mensen om mij heen gebruiken. Op een avond en ’s ochtends vroeg voor openingstijd heb ik diverse technieken toegepast op het schilderij. Zo’n topstuk mag immers niet lang aan het oog van het publiek onttrokken zijn.”

Lees meer over het onderzoek naar het 'Meisje met de Parel'

Röntgenopname: Beeld van Neptunus op de Koningssloep, in opdracht van het Scheepvaartmuseum Amsterdam Röntgenfoto van de zeegod Neptunus.

Blijven investeren

Volgens Gerritsen moeten fotografen niet bang zijn om te investeren. “Ik wil excelleren in wat ik doe en de beste kwaliteit leveren.” Zo schafte de fotograaf een nieuwe Phase One XF camera met een IQ4 WS (wide spectrum) 150 megapixel achterwand aan. “Dat is wel een flinke investering, daar koop je ook een aardige middenklasse auto voor. Maar het betaalt zich terug in de snelheid van werken en kwaliteit. Deze camera heeft bijna twee keer zoveel megapixels als mijn vorige. Dat is een flinke stap voorwaarts en maakt de investering interessant."

"In de museale wereld is resolutie belangrijk. Beelden moeten ingezoomd ook een hoge kwaliteit behouden. Bij deze camera hoef ik geen extra ‘close-up’ opnames te maken, maar kun je op de normale beelden al enorm goed inzoomen met behoud van kwaliteit.” Hetzelfde geldt eigenlijk voor de investering in een Osiris infraroodreflectografie-camera, vervolgt hij. “Volgens de museale standaard moet je hier tegenwoordig mee werken. Met deze investeringen kun je je diensten uitbreiden en dat levert weer geld op.”

Röntgen. Detailopname deksel van een mummiekist t.b.v. het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.

“Je moet niet bang zijn om te investeren in nieuwe apparatuur als je daarmee een stap voorwaarts kunt maken.”

Coronacrisis

De cultuursector wordt hard getroffen door de coronacrisis. Gerritsen kan dat beamen. “Doordat musea maar beperkt bezoekers mogen toelaten, hebben ze fors minder inkomsten. In mei, juni en juli had ik helemaal niks te doen. Soms heb je wel een project waar al een subsidie voor is toegekend waardoor we het onderzoek kunnen voortzetten, maar vanuit de musea zelf ligt het grotendeels stil.” Hij geeft aan dat dit hem wel weer de tijd geeft om andere projecten af te ronden.

“Zo fotografeerde ik eind vorig jaar ruim driehonderd Chinese rollen in het Museum voor Volkenkunde. Ik had mijn camera op een zuilstatief geplaatst en een tafel op wielen laten maken die ik onder de camera door kon bewegen. Per rol maakte ik zo’n zes tot tien opnames die allemaal nog in elkaar gemonteerd moesten worden. Daar ben ik nog mee bezig. Maar eerlijk is eerlijk, mijn omzet is dit jaar wel zo’n dertig tot veertig procent lager. Ik heb de extra tijd wel kunnen gebruiken om een NLP-opleiding te volgen en mijn studio eens goed op te ruimen.”

Detail normale- en infraroodreflectografie opname in opdracht van Paol & Co. Fine Art.

DuPho

Gerritsen heeft ook alle dia’s en negatieven van zijn vader in beheer. “Mijn doel is om als ik stop met werken me actief te richten op mijn vaders archief. Er zit zoveel moois in. Ik heb er bijzondere plannen mee en moet een aantal fondsen gaan aanboren om die te kunnen uitwerken. In dit kader heb ik ook veel aan Pictoright en de software van DuPho om auteursrechtschendingen op te sporen (deze software is nog in een pilot-stadium. Red.). Van mijn vaders archief komen we nog wel eens beelden tegen die gebruikt worden zonder toestemming.”

Gerritsen is lid van het broodfonds Pixel, ook een initiatief van DuPho. “We zitten hier met vijftig beeldmakers in en hebben regelmatig contact met elkaar. Het is goed om met collega’s bij elkaar te komen en ideeën uit te wisselen. Vroeger gebeurde dat als je een rolletje naar een vaklab bracht en je erop moest wachten, maar dat is nu niet meer. Je ontmoet je collega’s dan bijna niet. Het is fijn dat DuPho dat mogelijk maakt.”

Renegerritsen.nl